Wij gebruiken cookies op deze site om uw gebruikerservaring te verbeteren. Door op een link op deze pagina te klikken, geeft u ons toestemming om cookies te plaatsen.
Alleen functionele cookies Cookies accepteren

“Op kamp krijgt hun zelfvertrouwen een enorme boost”

Doelgericht communiceren, creatief en op maat van de deelnemers: dat zijn de drie didactische principes van Roeland. Jonathan Delmeire, Pauline De Baets en Tom Vandevelde vertellen hoe we dat in de praktijk brengen op onze kampen.

“Hoe ziet jouw ideale superheld eruit en over welke superkrachten beschikt hij of zij? Het is één van de vele opdrachten die de deelnemers kunnen krijgen tijdens een taalatelier. Zo oefenen ze om een persoon te beschrijven”, vertelt Jonathan. “Nadat ze hun superheld samengesteld hebben, moeten ze die vergelijken met de andere: welke superheld loopt het snelst, wie is de grootste, wie heeft de meeste gadgets …? Dat wordt ook effectief getest met wedstrijdjes. Zo leren ze op een ongedwongen manier spreken in een vreemde taal.”

3 didactische principes

Pauline De Baets, adjunct algemeen coördinator: “Bij Roeland verloopt alles veel speelser, creatiever en actiever dan tijdens traditionele taallessen. We vinden het heel belangrijk dat de deelnemers een taal leren terwijl ze zich amuseren. Daarom zijn de taalateliers heel ludiek uitgewerkt en zitten de deelnemers in kleine groepen.”

Jonathan Delmeire, voormalig coördinator didactiek en vrijwilliger: “We zetten heel hard in op communicatie. De deelnemers voeren constant het woord. De monitoren doceren niet, maar begeleiden de debatten, spelen, wedstrijden …”

Tom Vandevelde, coördinator didactiek: “Wij geloven echt in die aanpak. De deelnemers leren datgene wat hen boeit en gebruiken de taal in het dagelijks leven. Gaan ze de volgende dag een stad bezoeken, dan zullen ze automatisch willen weten wat ze gaan bezoeken. Leren ze een nieuw spel, dan interesseert het hen uiteraard hoe ze kunnen winnen. Zo zijn ze zeer betrokken bij de taalateliers.”

Spreekdurf

Pauline: “Doordat de deelnemers vanaf de eerste dag in de vreemde taal moeten spreken, ondervinden sommigen van hen wat spreekangst. Door al onze activiteiten speels en plezant te maken, nemen we die angst weg en wakkeren we de spreekdurf aan. Ze leren dat fouten maken mag. Ook al maken ze voor de zesde keer op rij dezelfde fout, de animatoren corrigeren altijd goedlachs.”

Tom: “Tijdens de maaltijden zitten de animatoren steeds aan tafel tussen de deelnemers. Dat betekent dat in elk groepje van 10 kinderen of jongeren, 2 begeleiders mee-eten en meepraten. We grijpen elke kans om hen de vreemde taal te laten oefenen.”

Jonathan: “Door die aanpak kennen de animatoren elk kind door en door. Aan diegenen die wat timider zijn, vraagt de begeleider wat ze die ochtend geleerd hebben, of ze het eten lekker vinden, welke hobby’s ze hebben … Door de ontspannen sfeer op kamp en de professionele begeleiding van onze gepassioneerde vrijwilligers, neemt de spreekdurf en het zelfvertrouwen van de deelnemers enorm toe.”

Didactische vernieuwing

Jonathan: “De afgelopen twee jaar hebben we ons didactisch materiaal volledig vernieuwd. We willen up-to-date blijven met de leefwereld van kinderen en jongeren en we willen dat onze didactische principes in élk taalatelier sterk aanwezig zijn. Daarnaast willen we onze vrijwilligers ook zodanig ondersteunen dat ze de ruimte en het vertrouwen krijgen om zelf dingen uit te werken. We vinden het belangrijk dat zij de kans krijgen om eigen ideeën uit te testen.”

Pauline: “We hebben ook sterk ingezet op een nieuwe manier om de deelnemers volgens taalniveau in kleine groepen in te delen. Zo starten we alle kampen nu met een groot kennismakingsspel waarbij de taalanimatoren heel speels en amicaal het taalniveau van iedereen bepalen.”   

Tom: “Daarnaast organiseren we tijdens het jaar regelmatig vormingen voor onze vrijwilligers. Het luik didactiek is daarin steeds een vast thema. Zo krijgen de vrijwilligers de kans om ideeën op te doen en blijven ze op de hoogte van alle vernieuwingen. Veel van onze animatoren staan in het onderwijs of volgen een opleiding tot leerkracht en we vinden het belangrijk om hen ook vanuit Roeland te blijven coachen.”

Roeland versus school

Pauline: “Een taalkamp bij Roeland start waar de school stopt. In de taallessen op school krijgen de leerlingen veel grammatica, maar is er minder ruimte om de taal in een natuurlijke omgeving te gebruiken. Dat kan op onze kampen wel, want de deelnemers worden volledig ondergedompeld in de vreemde taal en hebben contact met moedertaalsprekers. Die immersie vormt de perfecte aanvulling op het taalonderwijs op school.”

Jonathan: “De deelnemers ervaren al snel dat ze veel meer kunnen zeggen in de vreemde taal dan eerst gedacht en dat geeft hun zelfvertrouwen een enorme boost.”

Tom: “Op Roeland tonen we hen echt dat een taal leren nuttig én vooral heel leuk is.”