“Dat de kinderen altijd in de vreemde taal moeten spreken op kamp, is voor mij het allerbelangrijkste”, vertelt Ann Miller. Haar tienerdochters Leonce en Louisa namen de afgelopen jaren deel aan verschillende Franse kampen. “Ondergedompeld worden in de taal is de beste manier om die te leren.”
Het zit in de familie, de liefde voor taal. Leonce en Louisa staan van 4 januari 2020 tot 19 februari 2021 op de planken met hun ouders en bekende Vlaamse acteurs Ann Miller en Filip Peeters. Samen spelen ze het theaterstuk Familie in verschillende landen.
Beter een taalkamp
“Het is steeds hun keuze om op taalkamp te gaan”, getuigt Ann. “Uiteraard wordt die beslissing door ons gestuurd. Je kunt beter voor een taalkamp kiezen dan voor een gewoon kamp, vind ik. Beide zijn plezant, maar op een taalvakantie leren de kinderen ook echt iets bij. En het is altijd mooi meegenomen om je talen goed te kennen.”
“Zelf ben ik als kind ook meegeweest met Roeland vzw. Dus ik ken jullie reputatie. Toen mijn dochters voor de eerste keer meegingen heb ik hen verwittigd dat ze altijd de vreemde taal moeten spreken. Anders vliegen ze terug naar huis”, lacht Ann. “Maar ondertussen hebben ze al enkele kampen meegedaan. En ze komen altijd content naar huis.”
“Een van mijn dochters vroeg wel onlangs of Roeland ook taalkampen organiseert waar er geen of nauwelijks taallessen zijn. Ze wil vooral via sport, spelen en creatieve workshops haar talenkennis opkrikken”, duidt Ann.
Geen moedertaal is regel
“Jullie letten er echt wel op dat de kinderen van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat in de vreemde taal spreken. Dat kan misschien streng overkomen, maar voor mij is dat aspect net heel waardevol. Veel kinderen vertrekken samen met een vriendje of vriendin op kamp. Wanneer ze dan onderling hun moedertaal spreken, leren ze nauwelijks bij.”
“Trouwens, mijn kinderen hebben nog nooit iets gemerkt van die strengheid. Integendeel, ze amuseren zich rot. Dat op de eerste dag van het kamp de regels worden uitgelegd waaronder het verbod om de eigen moedertaal te spreken, is normaal. En er zijn altijd kinderen die zich braaf aan de regels houden en anderen die de grenzen aftasten.”
Grote stap voorwaarts
“Vooral na hun eerste kamp merkte ik heel goed hoeveel ze hadden bijgeleerd op kamp. Toen ze vertrokken kenden ze enkel losse woorden, maar na hun terugkomst spraken ze in volzinnen. Ook voor hen was het echt fijn dat ze zo’n grote stap hadden gezet.”
Enthousiaste vrijwilligers
“Mijn ene dochter heeft nog veel contact met de groep van haar laatste kamp, maar ze praten vooral over de begeleiders. Uit hun verhalen merk je echt dat jullie vrijwilligers met alle enthousiasme aan de slag gaan. Mijn kinderen vervelen zich geen minuut.”