Wij gebruiken cookies op deze site om uw gebruikerservaring te verbeteren. Door op een link op deze pagina te klikken, geeft u ons toestemming om cookies te plaatsen.
Alleen functionele cookies Cookies accepteren

Gezin aan het woord: "Hoe meer talen je spreekt, hoe meer vrienden je maakt."

Aline (9 jaar) en Thomas (11 jaar) volgden in de zomer van 2021 hun eerste Roelandkamp Junior Engels. Maar door hun papa kennen ze Roeland al heel hun leven. “Aline heeft haar eerste stapjes gezet op kamp en Thomas was zelfs nog maar een baby toen hij voor de eerste keer meeging”, vertelt papa én vrijwilliger Gilles Van Der Planken fier. 

Gilles is al 16 jaar vrijwilliger bij Roeland, voornamelijk op de kampen Nederlands voor tieners. Hij neemt zijn kinderen gewoon mee op dat kamp, samen met een babysitter. Ondertussen zijn Thomas en Aline oud genoeg om zelf aan andere kampen te kunnen deelnemen.

Hoe hebben jullie je eerste echte kamp ervaren?

Thomas: “De eerste dagen vond ik het ook moeilijk, maar halfweg het kamp ging het veel beter en begreep ik hen meestal. En als het niet duidelijk was, legden de moni’s het nog eens uit op een andere manier en met veel gebaren.”

Wat hebben jullie geleerd op kamp?

Thomas: “De cijfers, de klok, de dagen van de week …”

En welke spelletjes hebben jullie gespeeld?

Thomas: “Voetbal met een grote bal, tikkertje, stoelendans, minigolf …”

Aline: “… En spelen in de speeltuin. Ik vond de locatie heel fijn. Er was ruimte om te ravotten en om een kamp te bouwen.”

Wat is het verschil tussen een taalles op school en een taalatelier op kamp?

Aline: “Nu is er nog geen groot verschil omdat ik in het derde leerjaar ook veel liedjes zing en verhaaltjes hoor.”

Thomas: “Op school krijg ik elke week een toets, op kamp leer ik al spelend.”

Waarom vind je het zo belangrijk voor je kinderen dat ze meerdere talen spreken?

Gilles: “Met enkel Nederlands kom je niet ver. Hoe meer talen je spreekt, hoe meer vrienden je maakt over de hele wereld.”

“De sterkte van Roeland is het engagement van de moni’s. Zij leren de kinderen stapsgewijs een taal door hen daarin onder te dompelen waardoor ze hun plan leren trekken met de woordenschat die ze kennen.”

Merken jullie dat jullie beter Engels spreken?

Aline: “Ja! Voor het kamp kende ik maar een paar woorden. Nu kan ik al enkele zinnetjes.”

Gaan jullie later ook moni worden zoals papa?

Aline: “Dat weet ik nog niet. Eerst wil ik nog aan veel kampen deelnemen.”